De tweeling

1. Primaire gegevens
Boek: De tweeling
Genre: Psychologische roman, oorlogsroman
Eerste uitgave: 1993
De korte, beschrijvende titel van de roman verwijst rechtstreeks naar de twee hoofdpersonen van het boek: Lotte en Anna Bamberg. Het bijzondere aspect van hun band komt met name aan bod in het eerste hoofdstuk. Zo wil Lotte ook een mitella als Anna haar ellenboog breekt, en voelt Anna zich zielsalleen wanneer ze meedoet aan een toneelstuk en zonder Lotte op het podium staat. Wanneer ze in de coulissen staat en Lotte ziet zitten in de zaal, beseft ze voor het eerst dat ze twee afzonderlijke individuen zijn. De auteur besteedt verder niet zoveel aandacht aan de overeenkomsten tussen de twee meisjes, maar vooral aan de verschillen en contrasten. Zo blijkt bij de toevallige ontmoeting in Spa dat ze allebei artrose hebben, iets erfelijks. Maar ook in alle gesprekken die ze hebben zwijgen ze nagenoeg over hun tweeling schap. Vanuit dit perspectief is de ogenschijnlijk beschrijvende titel van de roman dan ook in feite eerder ironisch te noemen: Anna en Lotte lijken in niets op elkaar. Behalve hun afkomst hebben ze niks met elkaar gemeen, ze zouden net zo goed buurmeisjes of schoolvriendinnetjes kunnen zijn.
2. Samenvatting
Deel 1: Interbellum
De op leeftijd zijnde Lotte ontmoet tijdens haar verblijf in een Frans kuuroord een vrouw van haar leeftijd. Ze raken aan de praat en ondanks dat Lotte liever geen contact wil met deze excentrieke dame, komen ze erachter dat ze allebei in dezelfde Keulse straat gewoond hebben als kinderen. De vrouw blijkt Lottes tweelingzus Anna te zijn. Anna is compleet lyrisch over de hereniging, maar Lotte heeft het er moeilijk mee. Desondanks wijken ze niet meer van elkaars zijde en halen ze herinneringen op aan hun kindertijd en daarna aan hoe het hen in hun nieuwe levens verging. Het ene moment voelen ze zich echt zussen, maar ze zijn toch erg verschillend, vooral in hun opvattingen over de oorlog.
De twee meisjes groeiden op in Keulen, in een oud casino. Hun moeder overleed toen ze nog erg jong waren en hun vader werd ziek. Om ondanks zijn ziekte voor de tweeling te kunnen blijven zorgen, trouwde hij met tante Käthe, de zus van hun moeder. Maar als hij sterft, worden Lotte en Anna bij haar en bij elkaar weggehaald. Lotte wordt ziek – de ziekte van haar vader – en wordt geadopteerd door een liefdevol Hollands gezin dat al drie dochters heeft. Anna wordt meegenomen door oom Heinrich en tante Liesl, de broer van haar vader en zijn vrouw. Ook haar grootvader woont bij hen.
Terwijl Lotte na een bijna-doodervaring (ze zakte door het ijs en verdronk bijna) haar passie voor zingen ontdekt, begint Anna op de boerderij de ernst van de economische crisis te merken. Grote werkloosheid leidt ertoe dat boeren kinderen van gewone gezinnen in huis nemen om te werken, en Nettchen is zo’n kind, een zwakzinnig meisje. Samen met haar ontdekt Anna dat tante Liesl een affaire heeft met een jongen, maar wanneer hij het uitmaakt gaat ze het klooster in. Nettchen gaat terug naar huis en kort hierna sterft de grootvader. Terwijl Lottes vader bevlogen raakt door muziek, hertrouwt oom Heinrich met de jonge, tirannieke Martha. Hij houdt er sterke communistische ideeën op na en wanneer Anna bevriend raakt met Bernd Möller, die een aanhanger van Hitler is, slaat oom Heimrich haar in elkaar en laat haar steriliseren, waar ze pas jaren later achter komt. Dankzij de pastoor wordt de inmiddels zestienjarige Anna door de kinderbescherming bij haar oom en stieftante weggehaald en opgevangen in een klooster. Het is begin 1933 en Hitler wint snel aan macht. Na een tijdje gaat Anna terug naar huis en wordt ze lid van Hitlers jeugdbeweging om de katholieke kerk op de hoogte te houden van zijn activiteiten. Intussen heeft Lotte het moeilijk met haar overheersende vader die, na een depressieve periode van haar moeder, ernstig ziek wordt en bijna sterft. Anna gaat in Keulen naar de huishoudschool en vindt al snel een baan als dienstmeisjes bij het gezin Stolz. De vrouw neemt Anna mee naar een arts als ze erachter komt dat Anna niet ongesteld wordt: zo komt Anna erachter dat ze gesteriliseerd is. Kort hierna blijkt dat haar oom altijd heeft gedaan alsof ze zwakzinnig was zodat hij haar thuis kon houden om haar te laten werken. Haar menstruatie blijft de rest van haar leven achter en ze kan nooit kinderen krijgen. Terwijl de oorlog op het punt van uitbreken komt te staan, levert Lottes vader steeds meer kritiek op de Duitsers en daardoor, als vorm van verzet, groeit bij Lotte het verlangen om naar Duitsland terug te gaan. Anna neemt ontslag bij het gezin Stolz en wordt het kamermeisje van gravin Von Garlitz, wier vader Anna's vader had gekend.
Deel 2: Oorlog
De oorlog breekt uit en Lotte gaat naar Anna toe uit angst dat de grenzen dichtgegooid worden. De twee zussen hebben echter helemaal geen band meer, niets te bespreken en ook niets meer gemeen, waardoor het een kil verblijf wordt. Anna krijgt verkering met de Weense soldaat Martin: hun liefde groeit vooral in een briefwisseling wanneer hij aan het front zit. Ook Lotte wordt verliefd, op de muzikale soldaat David die net als Lotte in zijn jeugd kampte met een erg veeleisende vader. Wanneer Martin na een verlofperiode- waarin ze zich officieel verloven en de nacht samen doorbrengen - terug moet naar het front, blijft Anna alleen achter op het landgoed omdat de familie Von Garlitz naar familie in het oosten is gegaan. Na een poosje moet Anna daar ook heen om de zieke zoon en erfgenaam te verzorgen. Lotte wordt door David ten huwelijk gevraagd, maar vraagt om bedenktijd. Korte tijd later krijgt ze van zijn ouders te horen dat hij is gedeporteerd naar een werkkamp omdat hij aangaf joods te zijn: hij wilde zijn vrienden beschermen bij een plotselinge politie-inval. Terwijl Lotte de liefde van haar leven kwijt is, komt Martin met verlof om met Anna te trouwen, wat op het laatste moment bijna niet doorgaat deels vanwege zijn tirannieke moeder en deels omdat het een illegaal huwelijk zou zijn. Ze trouwen echter toch. Wanneer hij is teruggekeerd naar het front, vertrekt Anna met het gezin Von Garlitz naar een ander landgoed. Ze krijgt de leiding over het huishouden en raakt, sterk tegen de regels in, bevriend met een Russische gevangene. Intussen begeven ook Lotte en haar familie zich op glad ijs door joodse onderduikers in huis te nemen. Na een verblijf in Wenen komt Anna op de terugweg terecht in een bombardement van Berlijn. Intussen is bij Lottes moeder een baarmoedertumor gevonden die operatief verwijderd wordt, wat haar erg verzwakt. Door haar ziekte krijgt ze extra voedselbonnen, die, zo ontdekt Lotte, gebruikt worden door haar vader – puur voor zijn eigen trek. Heer Von Garlitz overlijdt bij een mysterieus vliegtuigongeluk en Anna komt erachter dat Frau von Garlitz samenzweert met een aantal militairen die een einde willen maken aan de oorlog, maar hun plannen hebben tot dusver geen succes. Kort hierna krijgt Anna bericht dat Martin is gesneuveld en neemt ze ontslag om als Rodekruiszuster te gaan werken. Lotte trouwt met onderduiker Ernst en overleeft de hongerwinter maar nauwelijks: diverse keren komt ze bijna om terwijl ze aardappelen of graan probeert te bemachtigen.
Deel 3: Vrede
De oorlog is voorbij en terwijl Lotte feestviert, wordt Anna samen met collega-verpleegsters en patiënten een tijdje gevangen gehouden door bevrijders. Wanneer ze eenmaal vrijkomt, besluit ze maatschappelijk werkster te worden en gaat ze op zoek naar Martins graf. Ze vindt het en ontmoet bovendien een meisje dat in de laatste dagen van zijn leven bevriend met hem was. Tijdens haar studie sociaal werk komt ze onverwachts weer in contact met haar tante Martha, die een berucht zwarthandelaarster is geworden en doet alsof ze Anna’s studie betaalt. Anna maakt hier eigenhandig een eind aan en zoekt kort daarna haar oom op wanneer deze is teruggekeerd van het Russische front. Ze wil hem vragen waarom hij haar als kind niet naar school liet gaan en haar steriliseerde, maar hij is geestelijk zo verzwakt dat ze besluit het te laten zitten en slechts met hulp van de rechter boeken van haar vader weet te bemachtigen uit het huis van haar oom. Anna zoekt Lotte op, die inmiddels een kind heeft, maar het botert absoluut niet tussen de twee en dus legt Anna zich uiteindelijk volledig toe op het onderhouden van Martins graf en haar werk bij de kinderbescherming, terwijl Lotte haar geluk vindt in het gezinsleven. In twee weken van gesprekken, uitstapjes, conflicten en grote verschillen tussen de twee oude zusters krijgt Anna op een dag een hartaanval en overlijdt. Voor Lotte zal het voorgoed te laat zijn om haar de waarheid te vertellen: dat ze Anna na al die jaren toch weer als een zus is gaan zien
3. DE VERDIEPING
3.1 Compositie en tijdsverloop
De tijd waarin het verhaal speelt is van 1916-1990. Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af (zie ruimte). De vertelde tijd is 74 jaar. Er is een niet-continue tijdsverloop. De verteltijd is 10,5 uur. De verteltijd is korter dan de verhaaltijd. Er komt dan ook veel tijdsverdichting voor. Hele stukken uit het leven van Anna en Lotte worden overgeslagen. Vertraging komt sprekender wijs dan ook voor in dit verhaal. Het verhaal is scenisch verteld.
De verhaallijnen op zich zijn chronologisch. Alles bij elkaar is niet-chronologisch. Het leven van Anna en Lotte apart wordt namelijk helemaal door flashbacks naar voren gebracht. Er komen geen vooruitwijzigingen voor in het verhaal. Het tijdsperspectief is vision avec.
3.2 Ruimte
De gebeurtenissen in het boek spelen zich voornamelijk af in en rondom Spa en in Keulen. Lotte’s ervaringen spelen zich af bij de familie Rockanje in het Gooi. En Anna’s ervaringen spelen zich af in: Keulen, op het platteland bij de familie Von Garlitz en in Duitsland en Oostenrijk. Weersomstandigheden spelen geen rol in het verhaal.
3.3 De wijze van vertellen
De vertelsituatie is een personale vertelsituatie. Ik zie de gebeurtenissen door zowel de ogen van Lotte als de ogen van Anna. Een meervoudig perspectief. Er is sprake van perspectiefwisseling. Je kunt je hierdoor in beide personen inleven, en je leeft mee met wat ze allebei overkomt.
3.4 Thema
Het thema in dit boek is verzoening. Het verhaal beschrijft immers de onmogelijke verzoening van een tweeling. Anna en Lotte zijn niet in staat zich te verzoenen voordat de dood van Anna definitief herstel mogelijk maakt.
3.5 Personages
Lotte Goudriaan-Bamberg: Ene helft van de tweeling. Opgegroeid in Nederland, getrouwd met een Joodse man (Ernst) en zeer wantrouwend tegenover Duitsers en hun excuses “dat ze het niet wisten”. Heeft tijdens de oorlog Joden helpen onderduiken, heeft een Joodse geliefde (David) verloren en wil geen sympathie voor ‘de andere kant’ voelen. Heeft een naar omstandigheden goed leven gehad, hoewel ze als kind nogal ziekelijk was. Lotte is een ‘flat character’ omdat ze zich niet erg ontwikkelt gedurende het verhaal. Ze weigert Anna’s realiteit te accepteren ten opzichte van haar eigen tot Anna onverwachts sterft.
Anna Grosalie-Bamberg: Andere helft van de tweeling. Opgegroeid in een boerendorp in Duitsland. Fysiek en geestelijk mishandeld, via een klooster en een opleiding tot huishoudster in dienst gekomen bij een adellijke familie. Weduwe van Martin, een nazi. Werkte na de dood van haar man als rode kruis zuster voor de nazi’s. Staat voor de diep droeve wanhoop en pijn van het Duitse volk. Probeert Lotte deze menselijke kant van het verhaal in te laten zien, maar stuit op een muur van wrok en onbegrip. Sterft aan hartfalen. Anna is een ‘round character’ omdat ze zich ontwikkelt gedurende het verhaal. Ze begint als hartwerkend maar wereldvreemd boerenmeisje en slaat zich door het leven tot een vrouw die zo goed als alle slechts van de wereld gezien heeft, verloren heeft wat ze liefhad en ontworteld is, maar de wereld duidelijk kent. Ze is een harde werkster en probeert redelijk te zijn ondanks alle onrecht waar ze getuige van is, maar alle ontberingen hebben haar toch verbitterd gemaakt. Ze komt er op zeker moment achter dat haar oom jarenlang heeft gedaan alsof ze achterlijk was om haar thuis te kunnen houden van school: daarom liet hij haar ook steriliseren, want achterlijken mochten geen kinderen krijgen - deden ze dat wel, dan zou dat het Arische ras verpesten.
3.6 keuze opdracht
de tweeling
gescheiden van elkaar,
het verleden weggestopt.
ga door.
een ziel,
twee levens geleefd.
en de ontmoeting zo confronterend.
samen onwennig,
maar samen zo sterk.
met de één weg,
zal de ander nooit meer compleet zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb