Max Havelaar

1. Primaire gegevens
Auteur: Mutatuli (Eduard Douwes Dekker)
Boek: Max Havelaar (of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelsmaatschappij)
Genre: Roman, Geschiedenis, Politiek
Eerste uitgave: 1860
Pagina's: 331
De titel geeft aan dat er eigenlijk twee manieren zijn waarop je het boek kunt lezen. Het gaat om het verhaal van Max Havelaar, gehaald uit de geschriften van Stern, maar ook over koffie, zoals Droogstoppel het bedoeld had.
2. Samenvatting
Batavus Droogstoppel is makelaar in koffie. Hij wil een boek gaan schrijven over zijn handel. Dan ontmoet hij een oude schoolvriend, Max Havelaar. Droogstoppel noemt hem Sjaalman, omdat hij geen jas draagt, maar een ‘soort sjaal die over zijn schouders hangt’. Sjaalman vraagt hem of hij een pak manuscripten wil verwerken en uitgeven. Droogstoppel ontdekt dat hij wel een paar delen uit dat pak kan gebruiken en neemt het aan. Hij laat zijn medewerker (een zoon van een zakenpartner die hij wil houden), de Duitser Ernest Stern, de belangrijkste delen uitzoeken. Deze maakt echter een verhaal van de ervaringen van Havelaar in Lebak in plaats van een studie over de koffiehandel.
Er wordt verteld, dat Max Havelaar werkzaam is in Lebak in Indië. Hij is daar assistent-resident en ziet het als zijn plicht, de misstanden in Lebak aan te pakken. Er wordt uit de doeken gedaan dat de regent, een inlandse leider, mede schuldig is aan de slechte situatie van de Javanen. Deze buit zijn eigen volk uit, door ze onbetaalde arbeid op zijn land te laten verrichten. In het archief van zijn voorganger staan hierover gegevens vermeld. Ook de resident van Bantam, Slijmering, is bekend met deze gegevens.
Droogstoppel vindt het nodig om een ‘meer solide’ hoofdstuk in te bouwen. Hij geeft zijn commentaar op het, volgens hem, oninteressante verhaal over Lebak. Hij beschrijft een preek van dominee Wawelaar. Hij betrapt Stern op het voordragen van poëzie en laat hem voor straf een aantal gedichten analyseren. Droogstoppel is namelijk een puur materialistisch persoon, die niets moet hebben van ‘zwevend’ taalgebruik, als in poëzie gebruikt wordt.
De levensgeschiedenis van Havelaar komt aan het licht en het blijkt, dat deze niet geheel vlekkeloos is. Hij wil de misstanden aanpakken, maar de regent is niet voor rede vatbaar. Havelaar beschrijft in het verhaal van Saïdjah en Adinda de leefomstandigheden in Lebak. Havelaar besluit de regent aan te klagen bij Slijmering. Slijmering ontvangt geld van de regent en vraagt Havelaar zijn aanklacht in te trekken. Dat weigert Havelaar, zodat de zaak bij de Gouverneur-generaal terechtkomt. Havelaar neemt ontslag en wacht op een reactie van de Gouverneur-generaal. Die krijgt hij niet.
Multatuli neemt nu zelf het woord en stuurt Stern en Droogstoppel weg. Hij heeft genoeg van zijn scheppingen , hij heeft ze niet meer nodig. Hij legt de twee doelen van zijn boek uit.
3. DE VERDIEPING
3.1 Compositie en tijdsverloop
De vertelde tijd is niet precies aan te geven; de gebeurtenissen in de geschiedenis van Saïdjah en Adinda beslaan een periode van ongeveer elf jaar.
De handelingen vinden plaats op verschillende tijdsniveaus: 1856 (de Lebak-periode en de geschiedenis van Saïdjah en Adinda) en 1860 (het `heden' van Droogstoppel en Stern). Heden en verleden zijn met elkaar verweven. In de inleiding wordt verteld waar Havelaar zich tussen 1842 en 1856 bevind en de belangrijkste gebeurtenissen uit die tijd.
Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. regelmatig komen er flashbacks voor die dienen ter verduidelijking van de situatie in Nederlands-Indië. Ook komen er in het boek vele tijdsvertragingen voor. Deze tijdsvertragingen worden veroorzaakt omdat de schrijver de omgeving uitvoerig beschrijft en ook wordt de tijd vertraagd wanneer Havelaar over zijn geschiedenis vertelt.
3.2 Ruimte
De gebeurtenissen spelen zich af in Nederland (met name Amsterdam) en in (voormalig) Nederlands-Indië (het tegenwoordige Indonesië). Deze locaties vormen een scherp contrast. Het district Lebak (met de hoofdplaats Rangkas Betoeng) ligt in de residentie Bantam op West-Java. Saïdjah en Adinda wonen in Badoer, in het district Parang-Koedjang.
Multatuli bedacht voor het prachtige eilandenrijk de naam Insulinde. Hij besteedt in Max Havelaar veel aandacht aan de beschrijving van de natuur, de Indische taal en cultuur.
3.3 De wijze van vertellen
Het vertelperspectief is meervoudig en ingewikkeld; er zijn meerdere ik -vertellers, namelijk Droogstoppel, Stern (die weer een min of meer auctoriale ik -verteller creëert die de Havelaar-geschiedenis vertelt) en Multatuli (in het slotgedeelte). Havelaar presenteert echter ook zichzelf (in gesprekken en brieven).
3.4 Thema
Macht is een belangrijk thema in het boek. Het gaat over de macht van de regenten in Nederlands-Indië en de Nederlanders in het gebied. Over de uitbuiting van de heersers en de inwoners, de koffie-industrie en hoe Multatuli aanspraak maakt op de macht van de Koning om hier iets aan te veranderen. Ook discriminatie en racisme komen veel voor in deze roman. Het gaat namelijk over de uitbuiting van de lokale bevolking in Nederlands-Indië, door de Nederlanders.
3.5 Personages
Multatuli: Multatuli is aan het einde even een personage in het boek, maar eigenlijk moeten we hem zien als de schrijver van dit gehele verhaal. Multatuli is latijn voor 'ik heb veel geleden' en is een pseudoniem voor Eduard Douwes Dekker.
Max Havelaar: Max Havelaar is het autobiografische personage van Multatuli. Hij is de held van het verhaal en lijkt alleen goede eigenschappen te bezitten. Daarbij is hij ook nog eens buitengewoon belezen en geleerd. Zijn slechte eigenschappen komen zo naar voren dat hij toch de sympathie van het publiek wint. Tegelijk is hij een vrij slechte ambtenaar: van zijn beloftes komt weinig terecht. Dit personage heeft eigenlijk twee functies: 1) Hij symboliseert de kritiek van de schrijver op de toenmalige gang van zaken in Nederlands-Indië. 2) Hij heeft als functie aan te tonen dat Eduard Douwes Dekker (Multatuli) toentertijd goed gehandeld heeft en het slachtoffer is geworden van onbegrip. Multatuli wilde hiermee zowel zijn sociale als zijn maatschappelijke positie herstellen.
Batavus Droogstoppel: Hij is makelaar in koffie, Lauriersgracht nummer 37 en tevens de antiheld van dit verhaal. Hij is bekrompen, gierig, egoïstisch en maakt zichzelf voortdurend belachelijk bij de lezer. Droogstoppel symboliseert precies de wereld van het egocentrisme en de corruptie die Max Havelaar wil bestrijden. Daarnaast is Droogstoppel ook de verteller van het verhaal en de opdrachtgever van de tweede verteller: Stern.
3.6 Titel, ondertitel en motto
De ondertitel "of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij" is de titel die Droogstoppel (een contrast met Havelaar) aan het boek wou geven. Multatuli gaf deze ondertitel omdat in die tijd de koffiehandel veel geld opleverde voor de Nederlandse Staat.
Het motto van het boek bevat een onuitgegeven toneelspel over hoe Lothario - hoewel onschuldig - wordt veroordeeld tot ophanging omdat hij schuldig zou zijn aan eigenwaan. Met dit motto verwees Dekker naar de mensen die hem zouden verwijten zelfingenomen te zijn, wanneer hij zich in de Max Havelaar vrij pleitte van schuld.
In het onuitgegeven toneelspel wordt Lothario beschuldigd van het vermoorden en inzouten van Barbertje. Zonder enig bewijs neemt de rechter dit voor waar aan. Wanneer er getuigen worden gehoord en zij allemaal beamen dat Lothario een edel mens is, wordt hij beschuldigd van eigenwaan. Wanneer zelfs het slachtoffer komt getuigen dat Lothario een goed mens is, blijkt de beschuldiging van moord weliswaar onterecht, maar de eigenwaan blijft, en ook daar staat de doodstraf op. De rechter is slechts uit op een veroordeling.
4. Keuzeopdracht
Originele tekst:
‘’Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht No 37. Het is mijn gewoonte niet, romans te schrijven, of zulke dingen, en het heeft dan ook lang geduurd, voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen, en het werk aan te vangen, dat gij, lieve lezer, zoâven in de hand hebt genomen, en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffie zijt, of als ge wat anders zijt. Niet alleen dat ik nooit iets schreef wat naar een roman geleek, maar ik houd er zelfs niet van, iets dergelijks te lezen, omdat ik een man van zaken ben. Sedert jaren vraag ik mij af, waartoe zulke dingen dienen, en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid, waarmee een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft spelden, dat nooit gebeurd is, en meestal niet gebeuren kan. Als ik in mijn vak -- ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No 37 -- aan een principaal -- een principaal is iemand die koffie verkoopt -- een opgave deed, waarin maar een klein gedeelte der onwaarheden voorkwam, die in gedichten en romans de hoofdzaak uitmaken, zou hij terstond Busselinck & Waterman nemen. Dat zijn ook makelaars in koffie, doch hun adres behoeft ge niet te weten. Ik pas er dus wel op, dat ik geen romans schrijf, of andere valse opgaven doe. Ik heb dan ook altijd opgemerkt dat mensen die zich met zoiets inlaten, gewoonlijk slecht wegkomen. Ik ben drieënveertig jaar oud, bezoek sedert twintig jaren de beurs, en kan dus voor de dag treden, als men iemand roept die ondervinding heeft. Ik heb al wat huizen zien vallen! En gewoonlijk, wanneer ik de oorzaken naging, kwam het me voor, dat die moesten gezocht worden in de verkeerde richting die aan de meesten gegeven was in hun jeugd.’
Herschreven tekst:
Mijn beroep is koffiemakelaar en woon op de Lauriergracht nummer 37. Normaal gesproken schrijf ik geen boeken of dat soort dingen. Het duurde dus toch wel een tijdje voor ik uiteindelijk begon te schrijven. Ik begon met het schrijven van dit boek dat jij, de lezer, nu mag lezen. Het is slim om dit te lezen als je beroep ook koffiemakelaar is of iets anders. Ik heb niet alleen nog nooit een boek geschreven, maar ik houd zelf ook niet echt van lezen. Ik ben namelijk een echte zakenman. Ik vraag me ook vaak af wat het nut hiervan is. Vaak schrijft (of zelfs liegt) een schrijver over dingen die nog nooit zijn gebeurd en ook nooit zullen gebeuren. Als ik, als koffiemakelaar en bewoner van Lauriergracht nummer 37, ooit zou liegen tegen iemand die koffie verkoopt, zou diegene gelijk bij Busselinck & Waterman koffie kopen. Busselinck & Waterman zijn ook koffiemakelaars, maar je hoeft hun adres niet te weten. Ik kijk dus ook uit bij het schrijven van dit boek. Ik wil geen leugens in de wereld brengen. Het valt me ook op dat mensen die wel liegen erg slecht vanaf komen. Ik ben nu 43 jaar oud en kom al twintig jaar bij de beurs en heb dus al veel ervaring. Hierdoor heb ik ook genoeg bedrijven failliet zien gaan. de oorzaak hiervan was dat deze mensen de verkeerde opleiding hadden gevolgd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb